Eind conclusie

Welke familie was het belangrijk voor de dorpsgeschiedenis?

Ik denk dat in het onderzoek het duidelijk naar voren komt dat dit de familie van Sminia is. Deze familie heeft lang gewoond in Aldtsjerk en dit gaat lang terug in de tijd. Het is een adellijke familie die in bezit was van meerdere huizen in Aldtsjerk. De van Sminia´s kwamen van oorsprong van Ferwerd, en zijn in de 17de eeuw doorgedrongen tot de Friese regentenelite.

Hobbe beardt van Sminia was raadsheer in het Hof van Friesland 1679. getrouwd met de (erf) dochter van de burgermeester van Franeker. Deze overleed en toen stond Hobbe ten boek als één van de rijkste Friezen van die tijd, 450.000 carolusgulden, de Klinze werd 14.500 op carolusgulden geschat ( voor 3.100 carolusgulden kon je een huis kopen in Leeuwarden). De kinderen trouwden allemaal met andere adellijke partners. Ze hebben ruim 100 pm grond bezit, het is gegroeid sinds 1681. Dat is een waarde vermeerdering van 1000 carolusgulden in vergelijking met 1681. Aangezien er meer land is zal dit ook betekenen dat het beter is voor het dorp, hier kwamen meer dieren waardoor er meer arbeiders ingehuurd moesten worden. In 1739 was het grondbezit vergroot tot 125 pm, en hadden ze recht op zwanenjacht.

 In 1722 werd de oprit aangelegt, daar kwamen veel arbeiders aan het werken omdat er veel bomen geplaatst moesten worden, en de tuinen werden later aangelegd en daar moesten ook veel mensen aan mee werken. 1877-1898 Er moesten 2 vleugels aangebouwd worden, dit werd gedaan door arbeiders uit Aldtsjerk. In de jaren er naar was er was er niet veel personeel, een huisbewaarster, een dienstmeid en iemand voor de paarden. Een groot deel van de inwoners in Aldtsjerk was boer of arbeider en dus werkzaam in de landbouw. Omdat de Klinze veel land had en dieren werkten hier veel van deze mensen. Hobbe en Arent Johannes ( die later de naam van Sminia aannamen) waren de erfgenamen van Willem van Vierssen, die gedeeltelijk een van Sminia was. Zij erfden acht boerderijen in Aldtsjerk.

Om een overzicht te geven wie er allemaal werkten: een dokter, knecht, koetsier, twee dienstmeiden, hovenier, en een bode. Voor een dorp van 400 mensen was dit natuurlijk behoorlijk veel. Als je daar de 8 boerderijen nog bij telt en de arbeiders op het eigen land kun je stellen dat de familie heeft bijgedragen aan het economisch ontwikkelen van het dorp.

De meeste informatie komt uit het boek De Klinze.

 

 

Mijn conclusie over Aldtsjerk:

Ik kwam vroeger veel in Aldtsjerk. Nu kijk je naar de historie van gebouwen waar ik anders dagelijks langskwam. Je komt achter bijzondere dingen terwijl het zo dichtbij is. Ik vind Aldtsjerk een heel mooi dorp, vooral de Klinze vind ik heel bijzonder omdat er hele geschiedenis achter zit, en de familie natuurlijk. Daarnaast is de Klinze een heel mooi gebouw. Het leuke is van dit dorpsonderzoek is dat je er helemaal niet bij na denkt dat zulke gebouwen bij jou in de buurt staan.